Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [19]Vergroot zeer over mij [20]den bruidschat en het geschenk; en ik zal geven, gelijk als gij tot mij zult zeggen; geef mij slechts de jonge dochter tot een vrouw. 19. Dat is, legt mij dien zo groot op als gij wilt. 20. De bruidssschat, dien de man de vrouw gaf, bleef haar eigendom ook na den dood des mans; het geschenk, dat de bruidegom aan de bruid gaf ten tijde van de ondertrouw, was tot een bevestiging zijner gegeven belofte; wat men nu een trouwpenning noemt. Zie van den bruidsschat, Ex.22:16,17, en van het geschenk, boven, hfdst.24 vs.53.